Bijdrage van ons logelid Thijs in de vaste rubriek “multimedia”. Deze staat tijdens elke bijeenkomst op de agenda.
Jeroen Windmeijer: Het Pilgrim Fathers complot, HarperCollins Holland, 2018, ISBN 9789402755909.
In de laatste editie van ons verenigingsblad staat een ronkende boekbespreking en een kennismaking met de auteur. Ik heb het boek gelezen en wil graag mijn kijk met jullie delen.
Literaire kwaliteiten
De tekst op de achterflap van Maarten ’t Hart spreekt van «vakmanschap». Daar kan ik het wel mee eens zijn. Maar dat is de ambachtelijke kant van het schrijfverhaal. Ik ben wat minder overtuigd van het literaire kunstenaarschap. Voor mij is vakmanschap nog geen meesterschap.
Het verhaal
Ik zal er kort over zijn. Tussen de eerste moord op de voorzitter van een Leidse gemengde loge en de ontknoping zitten een paar verhaallijnen die op het laatst samenvallen. Ik vind het allemaal wat gekunsteld en de ontknoping vind ik zelfs onwaarschijnlijk.
Fictie-opbouw
De auteur gebruikt een doorzichtig procedé om een mysterieus rookgordijn op te trekken rond de plot(s) die hij opbouwt. Een Leidse wetenschapper ontdekt een onbekend manuscript. Hij wil meer publiek bereiken dan met een artikel in een wetenschappelijk tijdschrift voor een handjevol vakgenoten. Daarom publiceert hij zijn vondst in deze thriller van Windmeijer. Slap verhaal in deze tijd van publicatiedrift onder wetenschappers.
Maçonnieke aspecten
Ik denk dat de auteur die geen vrijmetselaar is zich goed heeft ingelezen en de materie met kennis van zaken en met respect presenteert. Misschien gaat hij wat te ver als hij de NL werkwijze met bouwstukken in comparities ook toeschrijft aan de Amerikaanse vrijmetselarij. Ik dacht altijd dat NL hierin uniek is.
Het boek brengt een (fictieve) verbinding aan tussen Pilgrim Fathers, vrijmetselarij en het vroege – niet orthodoxe – christendom. Linking pin zijn in elke generatie een koppeltje ‘ingewijden’ die het ‘geheim’ doorgeven. Het koppeltje doet me denken aan de kathaarse parfait die met zijn ‘leerling’ rondtrekt en het kathaarse verhaal doorvertelt.
Wanneer ik een boek lees dat zodoende de vrijmetselarij stiekem in een 2000 jaar oude traditie schuift, dan is de auteur mij kwijt.
Positieve geluiden:
Ik was aangenaam verrast in de slotfase door een vroegchristelijke heterodoxe of apocriefe tekst (ook fictief?) die bepaald wel gnostische elementen bevat. Hoewel ik het dualisme niet aantrof. Echter hier is het semi-gnostische ‘geheim’ veeleer een kwestie van mondelinge overdracht van cognitieve weet-kennis dan de rituele overdracht van voel-kennis of ervaring/beleving.
Er zit een laag in het boek waarin «waarheid»en «alternatieve waarheid» (of moet ik «feit» en «fictie» zeggen?) deels vermengd en deels ontrafeld worden. Maar is dit niet altijd zo in fictie – leeft goede fictie niet daarvan? Het boek is best spannend, en ik heb het – zij het niet in één adem – uitgelezen. Het leest lekker weg.
Om deze redenen waardeer ik deze ‘maçonnieke’ thriller met twee sterren (op vijf). Liefhebbers kunnen het boek van mij krijgen en het na lezing doorgeven. Indachtig de woorden van onze voorzitter tijdens zijn overpeinzing. Hij gaf ons de volgende boeken-wijsheid mee: ‘het is makkelijker een boek te houden dan de inhoud te onthouden’. Mijn kritische kanttekeningen wilde ik jullie niet onthouden.
Leuk geschreven Thijs!