Je bent imker en later word je vrijmetselaar.
Het is voorjaar en mijn bijen vliegen weer. Ik vroeg me af. ‘Wat hebben de vrijmetselaren met bijen’? Die twee hebben heel veel met elkaar te maken, blijkt als ik op onderzoek uit ga.
Tegenwoordig imkeren wij in houten of kunststof kasten, niet meer in korven. Een bijenkorf met een compleet bijenvolk spreekt nog steeds tot de verbeelding. Uit rotswandschilderingen van zeventienduizend jaar geleden blijkt al, dat de mens de bij als één van de meest fascinerende wonderen van de natuur beschouwt. In de geschiedenis van verschillende volkeren en culturen wordt de bij gezien als brenger van goddelijke gave. Dit symbool van geboorte, dood en wederopstanding komt vaak terug.
De symboliek van bij en bijenkorf toont twee stromingen. Er is een meer spirituele stroming tegenover een meer profane. De boodschapper der goden tegenover de brave, ijverige en gehoorzame burger of gelovige, binnen een goed georganiseerde gemeenschap.
Het symbool van de bijenkorf wordt binnen de Nederlandse vrijmetselarij maar zelden gebruikt. In Engeland is het een geliefd symbool en treffen we het aan in logezegels, symbolendoeken en oude bijous. In ons land voert, voor zo ver mij bekend, maar één loge de bijenkorf in haar zegel, te weten de Loge ‘Le Véritable Zèle’ nr. 271 te Den Haag. Deze loge is in 1980 geconsacreerd als een herstart van één van de oudste vrijmetselaarsloges in ons land. Op het zegel van deze Haagse Loge staat de bijenkorf als getuigenis van hun streven naar harmonie, werkzaamheid en eendracht. De zeven bijen verwijzen naar de zeven broeders, nodig voor de oprichting van een loge. Bijen als symbool van de broeders dus!
Het is opvallend dat nergens in de beschrijvingen van de symboliek rond bij en bijenkorf wordt ingegaan op het feit dat een bijenvolk het grootste deel van het jaar uitsluitend een vrouwengemeenschap is van gehoorzame werkbijen rond een koningin. Een gemeenschap die de mannen, de darren, de korf uit drijft nadat enkele van hen tijdens de bruidsvlucht van de koningin hun werk hebben gedaan, door haar te bevruchten. De koningin legt hierna vele honderden eitjes en zorgt hierdoor voor het voortbestaan van het bijenvolk. De ijverige werkbijen, onvruchtbare vrouwtjes, zorgen voor het voedsel en de zorg voor korf en broedsel.
Bijen rond een bijenkorf vormen een mooi beeld. De bijenkorf als symbool van een Loge of/en Orde als een goed georganiseerde, gehoorzame en ijverige gemeenschap van bijen, gericht op een helder en gemeenschappelijk doel. Het beeld van de nectar verzamelende bijen die zich gezamenlijk inzetten voor hun gemeenschap, hun volmaakte tempel, is inspirerend. En toont een ideaalbeeld dat ons als vrijmetselaren confronteert met de spanningsboog tussen ideaal en werkelijkheid. Wat maakt dat een gemeenschap zo inspireert dat zij een dergelijke inzet oproept? Wat is nodig om de bouw met zoveel ijver en eendracht te kunnen voortzetten jaar in jaar uit? En wat is mijn bijdrage daarin?
Bron: NBV (bijenvereniging) en VM (De wandelaar)
Interessante bijdrage Gerard, waarvoor dank!!